Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
persoon [v]
- unzufrieden machen
ENGELS
FRANS
persoon [v]
- rendre mécontent
ITALIAANS
SPAANS
persoon [v]
- descontentar
- disgustar
ZWEEDS
persoon [v]
- göra missnöjd
PORTUGEES
persoon [v]
- desgostar
THESAURUS
misnoegen [n]
- ongenoegen
- ontevredenheid
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- mishagend
- mishaagd
Presens
- mishaag
- mishaagt
- mishaagt
- mishagen
- mishagen
- mishagen
Imperfect
- mishaagde
- mishaagde
- mishaagde
- mishaagden
- mishaagden
- mishaagden
Toekomende tijd I
- zal mishagen
- zult mishagen
- zal mishagen
- zullen mishagen
- zullen mishagen
- zullen mishagen
Conditionalis I
- zou mishagen
- zou mishagen
- zou mishagen
- zouden mishagen
- zouden mishagen
- zouden mishagen
Perfectum
- heb mishaagd
- hebt mishaagd
- heeft mishaagd
- hebben mishaagd
- hebben mishaagd
- hebben mishaagd
Voltooid verleden tijd
- had mishaagd
- had mishaagd
- had mishaagd
- hadden mishaagd
- hadden mishaagd
- hadden mishaagd
Toekomende tijd II
- zal mishaagd hebben
- zult mishaagd hebben
- zal mishaagd hebben
- zullen mishaagd hebben
- zullen mishaagd hebben
- zullen mishaagd hebben
Conditionalis II
- zou hebben mishaagd
- zou hebben mishaagd
- zou hebben mishaagd
- zouden hebben mishaagd
- zouden hebben mishaagd
- zouden hebben mishaagd
Imperatief
- -
- mishaag
- -
- -
- mishaagt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries