Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
voertuigen [v]
- manövrieren
- steuern
ENGELS
voertuigen [v]
- maneuver
- handle
FRANS
voertuigen [v]
- manœuvrer
ITALIAANS
voertuigen [v]
- manovrare
SPAANS
voertuigen [v]
- maniobrar
ZWEEDS
voertuigen [v]
- manövrera
- styra
PORTUGEES
voertuigen [v]
- dirigir
- guiar
THESAURUS
draaien [v]
- regelen
- sturen
loodsen [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- manoeuvrerend
- gemanoeuvreerd
Presens
- manoeuvreer
- manoeuvreert
- manoeuvreert
- manoeuvreren
- manoeuvreren
- manoeuvreren
Imperfect
- manoeuvreerde
- manoeuvreerde
- manoeuvreerde
- manoeuvreerden
- manoeuvreerden
- manoeuvreerden
Toekomende tijd I
- zal manoeuvreren
- zult manoeuvreren
- zal manoeuvreren
- zullen manoeuvreren
- zullen manoeuvreren
- zullen manoeuvreren
Conditionalis I
- zou manoeuvreren
- zou manoeuvreren
- zou manoeuvreren
- zouden manoeuvreren
- zouden manoeuvreren
- zouden manoeuvreren
Perfectum
- heb gemanoeuvreerd
- hebt gemanoeuvreerd
- heeft gemanoeuvreerd
- hebben gemanoeuvreerd
- hebben gemanoeuvreerd
- hebben gemanoeuvreerd
Voltooid verleden tijd
- had gemanoeuvreerd
- had gemanoeuvreerd
- had gemanoeuvreerd
- hadden gemanoeuvreerd
- hadden gemanoeuvreerd
- hadden gemanoeuvreerd
Toekomende tijd II
- zal gemanoeuvreerd hebben
- zult gemanoeuvreerd hebben
- zal gemanoeuvreerd hebben
- zullen gemanoeuvreerd hebben
- zullen gemanoeuvreerd hebben
- zullen gemanoeuvreerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gemanoeuvreerd
- zou hebben gemanoeuvreerd
- zou hebben gemanoeuvreerd
- zouden hebben gemanoeuvreerd
- zouden hebben gemanoeuvreerd
- zouden hebben gemanoeuvreerd
Imperatief
- -
- manoeuvreer
- -
- -
- manoeuvreert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries