aandacht [v]
- sich räuspern
- hüsteln
geneeskunde [v]
- husten
- hüsteln

aandacht [v]
- cough
- give a cough
geneeskunde [v]
- cough

aandacht [v]
- toussoter
- se racler la gorge
geneeskunde [v]
- tousser

aandacht [v]
- tossire
- dare un colpo di tosse
geneeskunde [v]
- tossire

aandacht [v]
- toser
- carraspear
geneeskunde [v]
- toser

aandacht [v]
- hosta
- harkla sig
geneeskunde [v]
- hosta

aandacht [v]
- tossir
- dar uma tossida
geneeskunde [v]
- tossir

hoesten [v]
schrapen [v]
- rochelen

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- kuchend
- gekucht
Presens
- kuch
- kucht
- kucht
- kuchen
- kuchen
- kuchen
Imperfect
- kuchte
- kuchte
- kuchte
- kuchten
- kuchten
- kuchten
Toekomende tijd I
- zal kuchen
- zult kuchen
- zal kuchen
- zullen kuchen
- zullen kuchen
- zullen kuchen
Conditionalis I
- zou kuchen
- zou kuchen
- zou kuchen
- zouden kuchen
- zouden kuchen
- zouden kuchen
Perfectum
- heb gekucht
- hebt gekucht
- heeft gekucht
- hebben gekucht
- hebben gekucht
- hebben gekucht
Voltooid verleden tijd
- had gekucht
- had gekucht
- had gekucht
- hadden gekucht
- hadden gekucht
- hadden gekucht
Toekomende tijd II
- zal gekucht hebben
- zult gekucht hebben
- zal gekucht hebben
- zullen gekucht hebben
- zullen gekucht hebben
- zullen gekucht hebben
Conditionalis II
- zou hebben gekucht
- zou hebben gekucht
- zou hebben gekucht
- zouden hebben gekucht
- zouden hebben gekucht
- zouden hebben gekucht
Imperatief
- -
- kuch
- -
- -
- kucht
- -