algemeen [v]
- einschalten
- einschieben
tekst [v]
- einfügen

algemeen [v]
- intercalate
tekst [v]
- insert
- put in

algemeen [v]
- intercaler
tekst [v]
- insérer

algemeen [v]
- intercalare
tekst [v]
- inserire
- includere

algemeen [v]
- intercalar
tekst [v]
- insertar
- incluir

algemeen [v]
- inskjuta
- insätta
tekst [v]
- sätta in
- införa

algemeen [v]
- intercalar
tekst [v]
- inserir
- incluir

interpoleren [v]
- tussenvoegen
invoegen [v]
- intercaleren
- tussenvoegen
tussenvoegen [v]
- interpoleren
- invoegen
- toevoegen
lassen [v]
- tussenvoegen

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- inlassend
- ingelast
Presens
- las in
- last in
- last in
- lassen in
- lassen in
- lassen in
Imperfect
- laste in
- laste in
- laste in
- lasten in
- lasten in
- lasten in
Toekomende tijd I
- zal inlassen
- zult inlassen
- zal inlassen
- zullen inlassen
- zullen inlassen
- zullen inlassen
Conditionalis I
- zou inlassen
- zou inlassen
- zou inlassen
- zouden inlassen
- zouden inlassen
- zouden inlassen
Perfectum
- heb ingelast
- hebt ingelast
- heeft ingelast
- hebben ingelast
- hebben ingelast
- hebben ingelast
Voltooid verleden tijd
- had ingelast
- had ingelast
- had ingelast
- hadden ingelast
- hadden ingelast
- hadden ingelast
Toekomende tijd II
- zal ingelast hebben
- zult ingelast hebben
- zal ingelast hebben
- zullen ingelast hebben
- zullen ingelast hebben
- zullen ingelast hebben
Conditionalis II
- zou hebben ingelast
- zou hebben ingelast
- zou hebben ingelast
- zouden hebben ingelast
- zouden hebben ingelast
- zouden hebben ingelast
Imperatief
- -
- las in
- -
- -
- last in
- -