algemeen [n]
- Einkommen [n]
handel [n]
- Einkünfte [p]

algemeen [n]
- income
handel [n]
- income

algemeen [n]
- revenu [m]
handel [n]
- rentrées [fp]

algemeen [n]
- reddito [m]
- entrate [fp]
handel [n]
- incasso [m]
- introito [m]

algemeen [n]
- ingresos [mp]
handel [n]
- ingreso [m]

algemeen [n]
- inkomst [u]
handel [n]
- inkomst [u]

algemeen [n]
- receita [f]
- renda [f]
handel [n]
- receita [f]
- rendimento [m]

bestaan [n]
- brood
- broodwinning
honorarium [n]
- beloning
- betaling
- loon
- wedde
kost [n]
- brood
- levensonderhoud
kostwinning [n]
- bestaansmiddel
- brood
- broodwinning
- nering
living [n]
loon [n]
- beloning
- salaris
salaris [n]
- commissie
- gage
- loon
- traktement
- wedde
verdienste [n]
- opbrengst
- salaris
- winst

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- inkomend
- ingekomen
Presens
- kom in
- komt in
- komt in
- komen in
- komen in
- komen in
Imperfect
- kwam in
- kwam in
- kwam in
- kwamen in
- kwamen in
- kwamen in
Toekomende tijd I
- zal inkomen
- zult inkomen
- zal inkomen
- zullen inkomen
- zullen inkomen
- zullen inkomen
Conditionalis I
- zou inkomen
- zou inkomen
- zou inkomen
- zouden inkomen
- zouden inkomen
- zouden inkomen
Perfectum
- ben ingekomen
- bent ingekomen
- is ingekomen
- zijn ingekomen
- zijn ingekomen
- zijn ingekomen
Voltooid verleden tijd
- was ingekomen
- was ingekomen
- was ingekomen
- waren ingekomen
- waren ingekomen
- waren ingekomen
Toekomende tijd II
- zal ingekomen zijn
- zult ingekomen zijn
- zal ingekomen zijn
- zullen ingekomen zijn
- zullen ingekomen zijn
- zullen ingekomen zijn
Conditionalis II
- zou zijn ingekomen
- zou zijn ingekomen
- zou zijn ingekomen
- zouden zijn ingekomen
- zouden zijn ingekomen
- zouden zijn ingekomen
Imperatief
- -
- kom in
- -
- -
- komt in
- -