Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- einwandern
ENGELS
algemeen [v]
- immigrate
FRANS
algemeen [v]
- immigrer
ITALIAANS
algemeen [v]
- immigrare
SPAANS
algemeen [v]
- inmigrar
ZWEEDS
algemeen [v]
- immigrera
- invandra
PORTUGEES
algemeen [v]
- imigrar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- immigrerend
- geïmmigreerd
Presens
- immigreer
- immigreert
- immigreert
- immigreren
- immigreren
- immigreren
Imperfect
- immigreerde
- immigreerde
- immigreerde
- immigreerden
- immigreerden
- immigreerden
Toekomende tijd I
- zal immigreren
- zult immigreren
- zal immigreren
- zullen immigreren
- zullen immigreren
- zullen immigreren
Conditionalis I
- zou immigreren
- zou immigreren
- zou immigreren
- zouden immigreren
- zouden immigreren
- zouden immigreren
Perfectum
- heb geïmmigreerd
- hebt geïmmigreerd
- heeft geïmmigreerd
- hebben geïmmigreerd
- hebben geïmmigreerd
- hebben geïmmigreerd
Voltooid verleden tijd
- had geïmmigreerd
- had geïmmigreerd
- had geïmmigreerd
- hadden geïmmigreerd
- hadden geïmmigreerd
- hadden geïmmigreerd
Toekomende tijd II
- zal geïmmigreerd hebben
- zult geïmmigreerd hebben
- zal geïmmigreerd hebben
- zullen geïmmigreerd hebben
- zullen geïmmigreerd hebben
- zullen geïmmigreerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geïmmigreerd
- zou hebben geïmmigreerd
- zou hebben geïmmigreerd
- zouden hebben geïmmigreerd
- zouden hebben geïmmigreerd
- zouden hebben geïmmigreerd
Imperatief
- -
- immigreer
- -
- -
- immigreert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries