Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
persoon [v]
- anbeten
- vergöttern
- verehren
ENGELS
FRANS
persoon [v]
- adorer
- idolâtrer
ITALIAANS
SPAANS
persoon [v]
- adorar
- venerar
- idolatrar
ZWEEDS
persoon [v]
- tillbedja
- dyrka
- avguda
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- idoliserend
- geïdoliseerd
Presens
- idoliseer
- idoliseert
- idoliseert
- idoliseren
- idoliseren
- idoliseren
Imperfect
- idoliseerde
- idoliseerde
- idoliseerde
- idoliseerden
- idoliseerden
- idoliseerden
Toekomende tijd I
- zal idoliseren
- zult idoliseren
- zal idoliseren
- zullen idoliseren
- zullen idoliseren
- zullen idoliseren
Conditionalis I
- zou idoliseren
- zou idoliseren
- zou idoliseren
- zouden idoliseren
- zouden idoliseren
- zouden idoliseren
Perfectum
- heb geïdoliseerd
- hebt geïdoliseerd
- heeft geïdoliseerd
- hebben geïdoliseerd
- hebben geïdoliseerd
- hebben geïdoliseerd
Voltooid verleden tijd
- had geïdoliseerd
- had geïdoliseerd
- had geïdoliseerd
- hadden geïdoliseerd
- hadden geïdoliseerd
- hadden geïdoliseerd
Toekomende tijd II
- zal geïdoliseerd hebben
- zult geïdoliseerd hebben
- zal geïdoliseerd hebben
- zullen geïdoliseerd hebben
- zullen geïdoliseerd hebben
- zullen geïdoliseerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geïdoliseerd
- zou hebben geïdoliseerd
- zou hebben geïdoliseerd
- zouden hebben geïdoliseerd
- zouden hebben geïdoliseerd
- zouden hebben geïdoliseerd
Imperatief
- -
- idoliseer
- -
- -
- idoliseert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries