- usable on android, iphone,
smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...
DUITS
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- ihre bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- ihr persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv. [o]
- ihnen persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv. [o]
- ihnen
ENGELS
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- their bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- their persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv. [o]
- them persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv. [o]
- them
FRANS
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- leurs bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- leur persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv. [o]
- leur - à eux - à elles persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv. [o]
- leur - à eux
ITALIAANS
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- i loro - le loro bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- il loro - la loro persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv. [o]
- loro - a loro persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv. [o]
- loro - a loro
SPAANS
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- sus bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- su persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv. [o]
- les - a ellas persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv. [o]
- les - a ellos
ZWEEDS
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- deras bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- deras persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv. [o]
- dem persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv. [o]
- dem
PORTUGEES
bezittelijk bijvoeglijk nw. - mv. [a]
- deles - delas bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk. [a]
- deles - delas persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - vr. mv. [o]
- lhes - elas persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - m. mv. [o]
- lhes - eles