Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- goochelend
- gegoocheld
Presens
- goochel
- goochelt
- goochelt
- goochelen
- goochelen
- goochelen
Imperfect
- goochelde
- goochelde
- goochelde
- goochelden
- goochelden
- goochelden
Toekomende tijd I
- zal goochelen
- zult goochelen
- zal goochelen
- zullen goochelen
- zullen goochelen
- zullen goochelen
Conditionalis I
- zou goochelen
- zou goochelen
- zou goochelen
- zouden goochelen
- zouden goochelen
- zouden goochelen
Perfectum
- heb gegoocheld
- hebt gegoocheld
- heeft gegoocheld
- hebben gegoocheld
- hebben gegoocheld
- hebben gegoocheld
Voltooid verleden tijd
- had gegoocheld
- had gegoocheld
- had gegoocheld
- hadden gegoocheld
- hadden gegoocheld
- hadden gegoocheld
Toekomende tijd II
- zal gegoocheld hebben
- zult gegoocheld hebben
- zal gegoocheld hebben
- zullen gegoocheld hebben
- zullen gegoocheld hebben
- zullen gegoocheld hebben
Conditionalis II
- zou hebben gegoocheld
- zou hebben gegoocheld
- zou hebben gegoocheld
- zouden hebben gegoocheld
- zouden hebben gegoocheld
- zouden hebben gegoocheld
Imperatief
- -
- goochel
- -
- -
- goochelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries