Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
communicatie [v]
- gestikulieren
ENGELS
communicatie [v]
- gesticulate
FRANS
communicatie [v]
- gesticuler
ITALIAANS
communicatie [v]
- gesticolare
SPAANS
communicatie [v]
- gesticular
ZWEEDS
communicatie [v]
- gestikulera
PORTUGEES
communicatie [v]
- gesticular
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- gesticulerend
- gegesticuleerd
Presens
- gesticuleer
- gesticuleert
- gesticuleert
- gesticuleren
- gesticuleren
- gesticuleren
Imperfect
- gesticuleerde
- gesticuleerde
- gesticuleerde
- gesticuleerden
- gesticuleerden
- gesticuleerden
Toekomende tijd I
- zal gesticuleren
- zult gesticuleren
- zal gesticuleren
- zullen gesticuleren
- zullen gesticuleren
- zullen gesticuleren
Conditionalis I
- zou gesticuleren
- zou gesticuleren
- zou gesticuleren
- zouden gesticuleren
- zouden gesticuleren
- zouden gesticuleren
Perfectum
- heb gegesticuleerd
- hebt gegesticuleerd
- heeft gegesticuleerd
- hebben gegesticuleerd
- hebben gegesticuleerd
- hebben gegesticuleerd
Voltooid verleden tijd
- had gegesticuleerd
- had gegesticuleerd
- had gegesticuleerd
- hadden gegesticuleerd
- hadden gegesticuleerd
- hadden gegesticuleerd
Toekomende tijd II
- zal gegesticuleerd hebben
- zult gegesticuleerd hebben
- zal gegesticuleerd hebben
- zullen gegesticuleerd hebben
- zullen gegesticuleerd hebben
- zullen gegesticuleerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gegesticuleerd
- zou hebben gegesticuleerd
- zou hebben gegesticuleerd
- zouden hebben gegesticuleerd
- zouden hebben gegesticuleerd
- zouden hebben gegesticuleerd
Imperatief
- -
- gesticuleer
- -
- -
- gesticuleert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries