Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
gelijkstellen [n]
- Gleichung [f]
- Gleichstellung [f]
algemeen [v]
- gleichsetzen
- gleichmachen
ENGELS
gelijkstellen [n]
- equation
- equalization
algemeen [v]
- equate
- equalize
FRANS
gelijkstellen [n]
- égalisation [f]
- équation [f]
algemeen [v]
- égaler
ITALIAANS
gelijkstellen [n]
- pareggiamento [m]
- uguagliamento [m]
algemeen [v]
- uguagliare
- eguagliare
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
gelijkstellen [n]
- equalização [f]
- igualdade [f]
algemeen [v]
- igualar
- equiparar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- gelijkmakend
- gelijkgemaakt
Presens
- maak gelijk
- maakt gelijk
- maakt gelijk
- maken gelijk
- maken gelijk
- maken gelijk
Imperfect
- maakte gelijk
- maakte gelijk
- maakte gelijk
- maakten gelijk
- maakten gelijk
- maakten gelijk
Toekomende tijd I
- zal gelijkmaken
- zult gelijkmaken
- zal gelijkmaken
- zullen gelijkmaken
- zullen gelijkmaken
- zullen gelijkmaken
Conditionalis I
- zou gelijkmaken
- zou gelijkmaken
- zou gelijkmaken
- zouden gelijkmaken
- zouden gelijkmaken
- zouden gelijkmaken
Perfectum
- heb gelijkgemaakt
- hebt gelijkgemaakt
- heeft gelijkgemaakt
- hebben gelijkgemaakt
- hebben gelijkgemaakt
- hebben gelijkgemaakt
Voltooid verleden tijd
- had gelijkgemaakt
- had gelijkgemaakt
- had gelijkgemaakt
- hadden gelijkgemaakt
- hadden gelijkgemaakt
- hadden gelijkgemaakt
Toekomende tijd II
- zal gelijkgemaakt hebben
- zult gelijkgemaakt hebben
- zal gelijkgemaakt hebben
- zullen gelijkgemaakt hebben
- zullen gelijkgemaakt hebben
- zullen gelijkgemaakt hebben
Conditionalis II
- zou hebben gelijkgemaakt
- zou hebben gelijkgemaakt
- zou hebben gelijkgemaakt
- zouden hebben gelijkgemaakt
- zouden hebben gelijkgemaakt
- zouden hebben gelijkgemaakt
Imperatief
- -
- maak gelijk
- -
- -
- maakt gelijk
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries