Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
fotografie [v]
- photograph
- take pictures of
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
fotografie [v]
- fotografiar
- sacar fotos de
ZWEEDS
fotografie [v]
- fotografera
- ta foton av
PORTUGEES
fotografie [v]
- fotografar
- tirar fotos de
THESAURUS
kieken [v]
- knippen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- fotograferend
- gefotografeerd
Presens
- fotografeer
- fotografeert
- fotografeert
- fotograferen
- fotograferen
- fotograferen
Imperfect
- fotografeerde
- fotografeerde
- fotografeerde
- fotografeerden
- fotografeerden
- fotografeerden
Toekomende tijd I
- zal fotograferen
- zult fotograferen
- zal fotograferen
- zullen fotograferen
- zullen fotograferen
- zullen fotograferen
Conditionalis I
- zou fotograferen
- zou fotograferen
- zou fotograferen
- zouden fotograferen
- zouden fotograferen
- zouden fotograferen
Perfectum
- heb gefotografeerd
- hebt gefotografeerd
- heeft gefotografeerd
- hebben gefotografeerd
- hebben gefotografeerd
- hebben gefotografeerd
Voltooid verleden tijd
- had gefotografeerd
- had gefotografeerd
- had gefotografeerd
- hadden gefotografeerd
- hadden gefotografeerd
- hadden gefotografeerd
Toekomende tijd II
- zal gefotografeerd hebben
- zult gefotografeerd hebben
- zal gefotografeerd hebben
- zullen gefotografeerd hebben
- zullen gefotografeerd hebben
- zullen gefotografeerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gefotografeerd
- zou hebben gefotografeerd
- zou hebben gefotografeerd
- zouden hebben gefotografeerd
- zouden hebben gefotografeerd
- zouden hebben gefotografeerd
Imperatief
- -
- fotografeer
- -
- -
- fotografeert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries