Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
haar [v]
- enthaaren
- epilieren
ENGELS
haar [v]
- depilate
FRANS
haar [v]
- épiler
ITALIAANS
haar [v]
- depilare
SPAANS
haar [v]
- depilar
ZWEEDS
PORTUGEES
haar [v]
- depilar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- epilerend
- geëpileerd
Presens
- epileer
- epileert
- epileert
- epileren
- epileren
- epileren
Imperfect
- epileerde
- epileerde
- epileerde
- epileerden
- epileerden
- epileerden
Toekomende tijd I
- zal epileren
- zult epileren
- zal epileren
- zullen epileren
- zullen epileren
- zullen epileren
Conditionalis I
- zou epileren
- zou epileren
- zou epileren
- zouden epileren
- zouden epileren
- zouden epileren
Perfectum
- heb geëpileerd
- hebt geëpileerd
- heeft geëpileerd
- hebben geëpileerd
- hebben geëpileerd
- hebben geëpileerd
Voltooid verleden tijd
- had geëpileerd
- had geëpileerd
- had geëpileerd
- hadden geëpileerd
- hadden geëpileerd
- hadden geëpileerd
Toekomende tijd II
- zal geëpileerd hebben
- zult geëpileerd hebben
- zal geëpileerd hebben
- zullen geëpileerd hebben
- zullen geëpileerd hebben
- zullen geëpileerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geëpileerd
- zou hebben geëpileerd
- zou hebben geëpileerd
- zouden hebben geëpileerd
- zouden hebben geëpileerd
- zouden hebben geëpileerd
Imperatief
- -
- epileer
- -
- -
- epileert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries