Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
fysiologie [v]
- ejakulieren
ENGELS
fysiologie [v]
- ejaculate
FRANS
fysiologie [v]
- éjaculer
ITALIAANS
fysiologie [v]
- eiaculare
SPAANS
fysiologie [v]
- eyacular
ZWEEDS
fysiologie [v]
- ejakulera
PORTUGEES
fysiologie [v]
- ejacular
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- ejaculerend
- geëjaculeerd
Presens
- ejaculeer
- ejaculeert
- ejaculeert
- ejaculeren
- ejaculeren
- ejaculeren
Imperfect
- ejaculeerde
- ejaculeerde
- ejaculeerde
- ejaculeerden
- ejaculeerden
- ejaculeerden
Toekomende tijd I
- zal ejaculeren
- zult ejaculeren
- zal ejaculeren
- zullen ejaculeren
- zullen ejaculeren
- zullen ejaculeren
Conditionalis I
- zou ejaculeren
- zou ejaculeren
- zou ejaculeren
- zouden ejaculeren
- zouden ejaculeren
- zouden ejaculeren
Perfectum
- heb geëjaculeerd
- hebt geëjaculeerd
- heeft geëjaculeerd
- hebben geëjaculeerd
- hebben geëjaculeerd
- hebben geëjaculeerd
Voltooid verleden tijd
- had geëjaculeerd
- had geëjaculeerd
- had geëjaculeerd
- hadden geëjaculeerd
- hadden geëjaculeerd
- hadden geëjaculeerd
Toekomende tijd II
- zal geëjaculeerd hebben
- zult geëjaculeerd hebben
- zal geëjaculeerd hebben
- zullen geëjaculeerd hebben
- zullen geëjaculeerd hebben
- zullen geëjaculeerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geëjaculeerd
- zou hebben geëjaculeerd
- zou hebben geëjaculeerd
- zouden hebben geëjaculeerd
- zouden hebben geëjaculeerd
- zouden hebben geëjaculeerd
Imperatief
- -
- ejaculeer
- -
- -
- ejaculeert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries