Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
spelen [v]
- dice
- play dice
FRANS
spelen [v]
- jouer aux dés
ITALIAANS
SPAANS
spelen [v]
- jugar a los dados
ZWEEDS
spelen [v]
- spela tärning
PORTUGEES
spelen [v]
- jogar dados
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- dobbelend
- gedobbeld
Presens
- dobbel
- dobbelt
- dobbelt
- dobbelen
- dobbelen
- dobbelen
Imperfect
- dobbelde
- dobbelde
- dobbelde
- dobbelden
- dobbelden
- dobbelden
Toekomende tijd I
- zal dobbelen
- zult dobbelen
- zal dobbelen
- zullen dobbelen
- zullen dobbelen
- zullen dobbelen
Conditionalis I
- zou dobbelen
- zou dobbelen
- zou dobbelen
- zouden dobbelen
- zouden dobbelen
- zouden dobbelen
Perfectum
- heb gedobbeld
- hebt gedobbeld
- heeft gedobbeld
- hebben gedobbeld
- hebben gedobbeld
- hebben gedobbeld
Voltooid verleden tijd
- had gedobbeld
- had gedobbeld
- had gedobbeld
- hadden gedobbeld
- hadden gedobbeld
- hadden gedobbeld
Toekomende tijd II
- zal gedobbeld hebben
- zult gedobbeld hebben
- zal gedobbeld hebben
- zullen gedobbeld hebben
- zullen gedobbeld hebben
- zullen gedobbeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben gedobbeld
- zou hebben gedobbeld
- zou hebben gedobbeld
- zouden hebben gedobbeld
- zouden hebben gedobbeld
- zouden hebben gedobbeld
Imperatief
- -
- dobbel
- -
- -
- dobbelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries