mening [v]
- abweichen
- divergieren

mening [v]
- diverge
- differ

mening [v]
- diverger
- dévier
- s'écarter

mening [v]
- divergere
- scostarsi
- allontanarsi

mening [v]
- desviarse
- apartarse

mening [v]
- avvika
- skilja sig
- divergera

mening [v]
- divergir
- opor-se

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- divergerend
- gedivergeerd
Presens
- -
- -
- divergeert
- -
- -
- divergeren
Imperfect
- -
- -
- divergeerde
- -
- -
- divergeerden
Toekomende tijd I
- -
- -
- zal divergeren
- -
- -
- zult divergeren
Conditionalis I
- -
- -
- zal divergeren
- -
- -
- zullen divergeren
Perfectum
- -
- -
- heeft gedivergeerd
- -
- -
- hebben gedivergeerd
Voltooid verleden tijd
- -
- -
- had gedivergeerd
- -
- -
- hadden gedivergeerd
Toekomende tijd II
- -
- -
- zal gedivergeerd hebben
- -
- -
- zult gedivergeerd hebben
Conditionalis II
- -
- -
- zal hebben gedivergeerd
- -
- -
- zullen hebben gedivergeerd
Imperatief
- -
- -
- -
- -
- -
- -