Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
economie [v]
- abwerten
ENGELS
economie [v]
- devalue
FRANS
economie [v]
- dévaluer
ITALIAANS
economie [v]
- svalutare
SPAANS
economie [v]
- devaluar
ZWEEDS
economie [v]
- devalvera
PORTUGEES
economie [v]
- desvalorizar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- devaluerend
- gedevalueerd
Presens
- devalueer
- devalueert
- devalueert
- devalueren
- devalueren
- devalueren
Imperfect
- devalueerde
- devalueerde
- devalueerde
- devalueerden
- devalueerden
- devalueerden
Toekomende tijd I
- zal devalueren
- zult devalueren
- zal devalueren
- zullen devalueren
- zullen devalueren
- zullen devalueren
Conditionalis I
- zou devalueren
- zou devalueren
- zou devalueren
- zouden devalueren
- zouden devalueren
- zouden devalueren
Perfectum
- heb gedevalueerd
- hebt gedevalueerd
- heeft gedevalueerd
- hebben gedevalueerd
- hebben gedevalueerd
- hebben gedevalueerd
Voltooid verleden tijd
- had gedevalueerd
- had gedevalueerd
- had gedevalueerd
- hadden gedevalueerd
- hadden gedevalueerd
- hadden gedevalueerd
Toekomende tijd II
- zal gedevalueerd hebben
- zult gedevalueerd hebben
- zal gedevalueerd hebben
- zullen gedevalueerd hebben
- zullen gedevalueerd hebben
- zullen gedevalueerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gedevalueerd
- zou hebben gedevalueerd
- zou hebben gedevalueerd
- zouden hebben gedevalueerd
- zouden hebben gedevalueerd
- zouden hebben gedevalueerd
Imperatief
- -
- devalueer
- -
- -
- devalueert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries