Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- datieren
ENGELS
algemeen [v]
- date
FRANS
algemeen [v]
- dater
ITALIAANS
algemeen [v]
- datare
SPAANS
algemeen [v]
- datar
- fechar
ZWEEDS
algemeen [v]
- datera
PORTUGEES
algemeen [v]
- datar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- daterend
- gedateerd
Presens
- dateer
- dateert
- dateert
- dateren
- dateren
- dateren
Imperfect
- dateerde
- dateerde
- dateerde
- dateerden
- dateerden
- dateerden
Toekomende tijd I
- zal dateren
- zult dateren
- zal dateren
- zullen dateren
- zullen dateren
- zullen dateren
Conditionalis I
- zou dateren
- zou dateren
- zou dateren
- zouden dateren
- zouden dateren
- zouden dateren
Perfectum
- heb gedateerd
- hebt gedateerd
- heeft gedateerd
- hebben gedateerd
- hebben gedateerd
- hebben gedateerd
Voltooid verleden tijd
- had gedateerd
- had gedateerd
- had gedateerd
- hadden gedateerd
- hadden gedateerd
- hadden gedateerd
Toekomende tijd II
- zal gedateerd hebben
- zult gedateerd hebben
- zal gedateerd hebben
- zullen gedateerd hebben
- zullen gedateerd hebben
- zullen gedateerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gedateerd
- zou hebben gedateerd
- zou hebben gedateerd
- zouden hebben gedateerd
- zouden hebben gedateerd
- zouden hebben gedateerd
Imperatief
- -
- dateer
- -
- -
- dateert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries