Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
positie [v]
- consolidate
- strengthen
FRANS
ITALIAANS
positie [v]
- consolidare
- rafforzare
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
positie [v]
- consolidar
- reforçar
THESAURUS
bestendigen [v]
- handhaven
- verstevigen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- consoliderend
- geconsolideerd
Presens
- consolideer
- consolideert
- consolideert
- consolideren
- consolideren
- consolideren
Imperfect
- consolideerde
- consolideerde
- consolideerde
- consolideerden
- consolideerden
- consolideerden
Toekomende tijd I
- zal consolideren
- zult consolideren
- zal consolideren
- zullen consolideren
- zullen consolideren
- zullen consolideren
Conditionalis I
- zou consolideren
- zou consolideren
- zou consolideren
- zouden consolideren
- zouden consolideren
- zouden consolideren
Perfectum
- heb geconsolideerd
- hebt geconsolideerd
- heeft geconsolideerd
- hebben geconsolideerd
- hebben geconsolideerd
- hebben geconsolideerd
Voltooid verleden tijd
- had geconsolideerd
- had geconsolideerd
- had geconsolideerd
- hadden geconsolideerd
- hadden geconsolideerd
- hadden geconsolideerd
Toekomende tijd II
- zal geconsolideerd hebben
- zult geconsolideerd hebben
- zal geconsolideerd hebben
- zullen geconsolideerd hebben
- zullen geconsolideerd hebben
- zullen geconsolideerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geconsolideerd
- zou hebben geconsolideerd
- zou hebben geconsolideerd
- zouden hebben geconsolideerd
- zouden hebben geconsolideerd
- zouden hebben geconsolideerd
Imperatief
- -
- consolideer
- -
- -
- consolideert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries