Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
gedrag [v]
- herumkommandieren
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
gedrag [v]
- köra med
- kommendera
PORTUGEES
gedrag [v]
- ser mandão
THESAURUS
bevel voeren [v]
bevelen [v]
- de les lezen
- gebieden
- koeioneren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- commanderend
- gecommandeerd
Presens
- commandeer
- commandeert
- commandeert
- commanderen
- commanderen
- commanderen
Imperfect
- commandeerde
- commandeerde
- commandeerde
- commandeerden
- commandeerden
- commandeerden
Toekomende tijd I
- zal commanderen
- zult commanderen
- zal commanderen
- zullen commanderen
- zullen commanderen
- zullen commanderen
Conditionalis I
- zou commanderen
- zou commanderen
- zou commanderen
- zouden commanderen
- zouden commanderen
- zouden commanderen
Perfectum
- heb gecommandeerd
- hebt gecommandeerd
- heeft gecommandeerd
- hebben gecommandeerd
- hebben gecommandeerd
- hebben gecommandeerd
Voltooid verleden tijd
- had gecommandeerd
- had gecommandeerd
- had gecommandeerd
- hadden gecommandeerd
- hadden gecommandeerd
- hadden gecommandeerd
Toekomende tijd II
- zal gecommandeerd hebben
- zult gecommandeerd hebben
- zal gecommandeerd hebben
- zullen gecommandeerd hebben
- zullen gecommandeerd hebben
- zullen gecommandeerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gecommandeerd
- zou hebben gecommandeerd
- zou hebben gecommandeerd
- zouden hebben gecommandeerd
- zouden hebben gecommandeerd
- zouden hebben gecommandeerd
Imperatief
- -
- commandeer
- -
- -
- commandeert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries