Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ijdelheid [v]
- angeben
ENGELS
ijdelheid [v]
- swank [informal]
- swagger
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ijdelheid [v]
- fanfarronear
- jactarse
ZWEEDS
ijdelheid [v]
- jäsa
- snobba
- kråma sig
PORTUGEES
ijdelheid [v]
- gabar-se
THESAURUS
grootspreken [v]
- ophakken
- opscheppen
- poeha maken
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- bluffend
- gebluft
Presens
- bluf
- bluft
- bluft
- bluffen
- bluffen
- bluffen
Imperfect
- blufte
- blufte
- blufte
- bluften
- bluften
- bluften
Toekomende tijd I
- zal bluffen
- zult bluffen
- zal bluffen
- zullen bluffen
- zullen bluffen
- zullen bluffen
Conditionalis I
- zou bluffen
- zou bluffen
- zou bluffen
- zouden bluffen
- zouden bluffen
- zouden bluffen
Perfectum
- heb gebluft
- hebt gebluft
- heeft gebluft
- hebben gebluft
- hebben gebluft
- hebben gebluft
Voltooid verleden tijd
- had gebluft
- had gebluft
- had gebluft
- hadden gebluft
- hadden gebluft
- hadden gebluft
Toekomende tijd II
- zal gebluft hebben
- zult gebluft hebben
- zal gebluft hebben
- zullen gebluft hebben
- zullen gebluft hebben
- zullen gebluft hebben
Conditionalis II
- zou hebben gebluft
- zou hebben gebluft
- zou hebben gebluft
- zouden hebben gebluft
- zouden hebben gebluft
- zouden hebben gebluft
Imperatief
- -
- bluf
- -
- -
- bluft
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries