Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
licht [v]
- glitzern
ENGELS
licht [v]
- glitter
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
licht [v]
- relucir
- brillar
ZWEEDS
licht [v]
- glittra
PORTUGEES
licht [v]
- reluzir
- cintilar
THESAURUS
glanzen [v]
- glimmen
- schitteren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- blinkend
- geblonken
Presens
- blink
- blinkt
- blinkt
- blinken
- blinken
- blinken
Imperfect
- blonk
- blonk
- blonk
- blonken
- blonken
- blonken
Toekomende tijd I
- zal blinken
- zult blinken
- zal blinken
- zullen blinken
- zullen blinken
- zullen blinken
Conditionalis I
- zou blinken
- zou blinken
- zou blinken
- zouden blinken
- zouden blinken
- zouden blinken
Perfectum
- heb geblonken
- hebt geblonken
- heeft geblonken
- hebben geblonken
- hebben geblonken
- hebben geblonken
Voltooid verleden tijd
- had geblonken
- had geblonken
- had geblonken
- hadden geblonken
- hadden geblonken
- hadden geblonken
Toekomende tijd II
- zal geblonken hebben
- zult geblonken hebben
- zal geblonken hebben
- zullen geblonken hebben
- zullen geblonken hebben
- zullen geblonken hebben
Conditionalis II
- zou hebben geblonken
- zou hebben geblonken
- zou hebben geblonken
- zouden hebben geblonken
- zouden hebben geblonken
- zouden hebben geblonken
Imperatief
- -
- blink
- -
- -
- blinkt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries