Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
landbouw [v]
- besäen
ENGELS
landbouw [v]
- seed
FRANS
landbouw [v]
- ensemencer
- semer
ITALIAANS
landbouw [v]
- seminare
SPAANS
landbouw [v]
- sembrar
ZWEEDS
landbouw [v]
-
- beså
PORTUGEES
landbouw [v]
- semear
- fazer a semeadura
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- bezaaiend
- bezaaid
Presens
- bezaai
- bezaait
- bezaait
- bezaaien
- bezaaien
- bezaaien
Imperfect
- bezaaide
- bezaaide
- bezaaide
- bezaaiden
- bezaaiden
- bezaaiden
Toekomende tijd I
- zal bezaaien
- zult bezaaien
- zal bezaaien
- zullen bezaaien
- zullen bezaaien
- zullen bezaaien
Conditionalis I
- zou bezaaien
- zou bezaaien
- zou bezaaien
- zouden bezaaien
- zouden bezaaien
- zouden bezaaien
Perfectum
- heb bezaaid
- hebt bezaaid
- heeft bezaaid
- hebben bezaaid
- hebben bezaaid
- hebben bezaaid
Voltooid verleden tijd
- had bezaaid
- had bezaaid
- had bezaaid
- hadden bezaaid
- hadden bezaaid
- hadden bezaaid
Toekomende tijd II
- zal bezaaid hebben
- zult bezaaid hebben
- zal bezaaid hebben
- zullen bezaaid hebben
- zullen bezaaid hebben
- zullen bezaaid hebben
Conditionalis II
- zou hebben bezaaid
- zou hebben bezaaid
- zou hebben bezaaid
- zouden hebben bezaaid
- zouden hebben bezaaid
- zouden hebben bezaaid
Imperatief
- -
- bezaai
- -
- -
- bezaait
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries