Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
tuinbouwkunde [n]
- Bewässerung [f]
ENGELS
tuinbouwkunde [n]
- irrigation
FRANS
tuinbouwkunde [n]
- irrigation [f]
ITALIAANS
tuinbouwkunde [n]
- irrigazione [f]
SPAANS
tuinbouwkunde [n]
- riego [m]
- irrigación [f]
ZWEEDS
tuinbouwkunde [n]
- bevattning [u]
PORTUGEES
tuinbouwkunde [n]
- irrigação [f]
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- bevloeiend
- bevloeid
Presens
- bevloei
- bevloeit
- bevloeit
- bevloeien
- bevloeien
- bevloeien
Imperfect
- bevloeide
- bevloeide
- bevloeide
- bevloeiden
- bevloeiden
- bevloeiden
Toekomende tijd I
- zal bevloeien
- zult bevloeien
- zal bevloeien
- zullen bevloeien
- zullen bevloeien
- zullen bevloeien
Conditionalis I
- zou bevloeien
- zou bevloeien
- zou bevloeien
- zouden bevloeien
- zouden bevloeien
- zouden bevloeien
Perfectum
- heb bevloeid
- hebt bevloeid
- heeft bevloeid
- hebben bevloeid
- hebben bevloeid
- hebben bevloeid
Voltooid verleden tijd
- had bevloeid
- had bevloeid
- had bevloeid
- hadden bevloeid
- hadden bevloeid
- hadden bevloeid
Toekomende tijd II
- zal bevloeid hebben
- zult bevloeid hebben
- zal bevloeid hebben
- zullen bevloeid hebben
- zullen bevloeid hebben
- zullen bevloeid hebben
Conditionalis II
- zou hebben bevloeid
- zou hebben bevloeid
- zou hebben bevloeid
- zouden hebben bevloeid
- zouden hebben bevloeid
- zouden hebben bevloeid
Imperatief
- -
- bevloei
- -
- -
- bevloeit
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries