Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
vuilmaken [v]
- beschmutzen
- beschmieren
ENGELS
vuilmaken [v]
- muddy
- begrime
FRANS
vuilmaken [v]
- noircir
- crotter
- souiller
ITALIAANS
vuilmaken [v]
- imbrattare
- insudiciare
- infangare
SPAANS
vuilmaken [v]
- tiznar
- ensuciar
ZWEEDS
vuilmaken [v]
- smutsa ner
- smörja ner
PORTUGEES
vuilmaken [v]
- enlamear
- enlodar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- bemodderend
- bemodderd
Presens
- bemodder
- bemoddert
- bemoddert
- bemodderen
- bemodderen
- bemodderen
Imperfect
- bemodderde
- bemodderde
- bemodderde
- bemodderden
- bemodderden
- bemodderden
Toekomende tijd I
- zal bemodderen
- zult bemodderen
- zal bemodderen
- zullen bemodderen
- zullen bemodderen
- zullen bemodderen
Conditionalis I
- zou bemodderen
- zou bemodderen
- zou bemodderen
- zouden bemodderen
- zouden bemodderen
- zouden bemodderen
Perfectum
- heb bemodderd
- hebt bemodderd
- heeft bemodderd
- hebben bemodderd
- hebben bemodderd
- hebben bemodderd
Voltooid verleden tijd
- had bemodderd
- had bemodderd
- had bemodderd
- hadden bemodderd
- hadden bemodderd
- hadden bemodderd
Toekomende tijd II
- zal bemodderd hebben
- zult bemodderd hebben
- zal bemodderd hebben
- zullen bemodderd hebben
- zullen bemodderd hebben
- zullen bemodderd hebben
Conditionalis II
- zou hebben bemodderd
- zou hebben bemodderd
- zou hebben bemodderd
- zouden hebben bemodderd
- zouden hebben bemodderd
- zouden hebben bemodderd
Imperatief
- -
- bemodder
- -
- -
- bemoddert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries