Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
erudiet [a]
- geleerd
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- belezend
- belezen
Presens
- belees
- beleest
- beleest
- belezen
- belezen
- belezen
Imperfect
- belas
- belas
- belas
- belazen
- belazen
- belazen
Toekomende tijd I
- zal belezen
- zult belezen
- zal belezen
- zullen belezen
- zullen belezen
- zullen belezen
Conditionalis I
- zou belezen
- zou belezen
- zou belezen
- zouden belezen
- zouden belezen
- zouden belezen
Perfectum
- heb belezen
- hebt belezen
- heeft belezen
- hebben belezen
- hebben belezen
- hebben belezen
Voltooid verleden tijd
- had belezen
- had belezen
- had belezen
- hadden belezen
- hadden belezen
- hadden belezen
Toekomende tijd II
- zal belezen hebben
- zult belezen hebben
- zal belezen hebben
- zullen belezen hebben
- zullen belezen hebben
- zullen belezen hebben
Conditionalis II
- zou hebben belezen
- zou hebben belezen
- zou hebben belezen
- zouden hebben belezen
- zouden hebben belezen
- zouden hebben belezen
Imperatief
- -
- belees
- -
- -
- beleest
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries