Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
paard [v]
- absatteln
ENGELS
paard [v]
- unsaddle
FRANS
paard [v]
- desseller
ITALIAANS
paard [v]
- dissellare
SPAANS
paard [v]
- desensillar
ZWEEDS
paard [v]
- sadla av
PORTUGEES
paard [v]
- desarrear
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- afzadelend
- afgezadeld
Presens
- zadel af
- zadelt af
- zadelt af
- zadelen af
- zadelen af
- zadelen af
Imperfect
- zadelde af
- zadelde af
- zadelde af
- zadelden af
- zadelden af
- zadelden af
Toekomende tijd I
- zal afzadelen
- zult afzadelen
- zal afzadelen
- zullen afzadelen
- zullen afzadelen
- zullen afzadelen
Conditionalis I
- zou afzadelen
- zou afzadelen
- zou afzadelen
- zouden afzadelen
- zouden afzadelen
- zouden afzadelen
Perfectum
- heb afgezadeld
- hebt afgezadeld
- heeft afgezadeld
- hebben afgezadeld
- hebben afgezadeld
- hebben afgezadeld
Voltooid verleden tijd
- had afgezadeld
- had afgezadeld
- had afgezadeld
- hadden afgezadeld
- hadden afgezadeld
- hadden afgezadeld
Toekomende tijd II
- zal afgezadeld hebben
- zult afgezadeld hebben
- zal afgezadeld hebben
- zullen afgezadeld hebben
- zullen afgezadeld hebben
- zullen afgezadeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgezadeld
- zou hebben afgezadeld
- zou hebben afgezadeld
- zouden hebben afgezadeld
- zouden hebben afgezadeld
- zouden hebben afgezadeld
Imperatief
- -
- zadel af
- -
- -
- zadelt af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries