Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
uitnodiging [v]
- abwimmeln
ENGELS
uitnodiging [v]
- get out of
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
uitnodiging [v]
- livrar-se de
THESAURUS
afslaan [v]
- afwijzen
- weigeren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- afwimpelend
- afgewimpeld
Presens
- wimpel af
- wimpelt af
- wimpelt af
- wimpelen af
- wimpelen af
- wimpelen af
Imperfect
- wimpelde af
- wimpelde af
- wimpelde af
- wimpelden af
- wimpelden af
- wimpelden af
Toekomende tijd I
- zal afwimpelen
- zult afwimpelen
- zal afwimpelen
- zullen afwimpelen
- zullen afwimpelen
- zullen afwimpelen
Conditionalis I
- zou afwimpelen
- zou afwimpelen
- zou afwimpelen
- zouden afwimpelen
- zouden afwimpelen
- zouden afwimpelen
Perfectum
- heb afgewimpeld
- hebt afgewimpeld
- heeft afgewimpeld
- hebben afgewimpeld
- hebben afgewimpeld
- hebben afgewimpeld
Voltooid verleden tijd
- had afgewimpeld
- had afgewimpeld
- had afgewimpeld
- hadden afgewimpeld
- hadden afgewimpeld
- hadden afgewimpeld
Toekomende tijd II
- zal afgewimpeld hebben
- zult afgewimpeld hebben
- zal afgewimpeld hebben
- zullen afgewimpeld hebben
- zullen afgewimpeld hebben
- zullen afgewimpeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgewimpeld
- zou hebben afgewimpeld
- zou hebben afgewimpeld
- zouden hebben afgewimpeld
- zouden hebben afgewimpeld
- zouden hebben afgewimpeld
Imperatief
- -
- wimpel af
- -
- -
- wimpelt af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries