Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
heuvel [v]
- drive down
straat [v]
- drive down
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
heuvel [v]
- köra nedför
straat [v]
- köra nedför
PORTUGEES
heuvel [v]
- descer
straat [v]
- afastar-se
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- afrijdend
- afgereden
Presens
- rijd af
- rijdt af
- rijdt af
- rijden af
- rijden af
- rijden af
Imperfect
- reed af
- reed af
- reed af
- reden af
- reden af
- reden af
Toekomende tijd I
- zal afrijden
- zult afrijden
- zal afrijden
- zullen afrijden
- zullen afrijden
- zullen afrijden
Conditionalis I
- zou afrijden
- zou afrijden
- zou afrijden
- zouden afrijden
- zouden afrijden
- zouden afrijden
Perfectum
- heb afgereden
- hebt afgereden
- heeft afgereden
- hebben afgereden
- hebben afgereden
- hebben afgereden
Voltooid verleden tijd
- had afgereden
- had afgereden
- had afgereden
- hadden afgereden
- hadden afgereden
- hadden afgereden
Toekomende tijd II
- zal afgereden hebben
- zult afgereden hebben
- zal afgereden hebben
- zullen afgereden hebben
- zullen afgereden hebben
- zullen afgereden hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgereden
- zou hebben afgereden
- zou hebben afgereden
- zouden hebben afgereden
- zouden hebben afgereden
- zouden hebben afgereden
Imperatief
- -
- rijd af
- -
- -
- rijdt af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries