Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
boodschap [v]
- rattle off
FRANS
boodschap [v]
- débiter à toute allure
ITALIAANS
boodschap [v]
- sciorinare
- snocciolare
SPAANS
ZWEEDS
boodschap [v]
- rabbla upp
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- afrabbelend
- afgerabbeld
Presens
- rabbel af
- rabbelt af
- rabbelt af
- rabbelen af
- rabbelen af
- rabbelen af
Imperfect
- rabbelde af
- rabbelde af
- rabbelde af
- rabbelden af
- rabbelden af
- rabbelden af
Toekomende tijd I
- zal afrabbelen
- zult afrabbelen
- zal afrabbelen
- zullen afrabbelen
- zullen afrabbelen
- zullen afrabbelen
Conditionalis I
- zou afrabbelen
- zou afrabbelen
- zou afrabbelen
- zouden afrabbelen
- zouden afrabbelen
- zouden afrabbelen
Perfectum
- heb afgerabbeld
- hebt afgerabbeld
- heeft afgerabbeld
- hebben afgerabbeld
- hebben afgerabbeld
- hebben afgerabbeld
Voltooid verleden tijd
- had afgerabbeld
- had afgerabbeld
- had afgerabbeld
- hadden afgerabbeld
- hadden afgerabbeld
- hadden afgerabbeld
Toekomende tijd II
- zal afgerabbeld hebben
- zult afgerabbeld hebben
- zal afgerabbeld hebben
- zullen afgerabbeld hebben
- zullen afgerabbeld hebben
- zullen afgerabbeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgerabbeld
- zou hebben afgerabbeld
- zou hebben afgerabbeld
- zouden hebben afgerabbeld
- zouden hebben afgerabbeld
- zouden hebben afgerabbeld
Imperatief
- -
- rabbel af
- -
- -
- rabbelt af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries