Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
gebruik [v]
- abgewöhnen
- verlernen
ENGELS
gebruik [v]
- unlearn
- wean off
FRANS
ITALIAANS
gebruik [v]
- disimparare
- dimenticare
SPAANS
gebruik [v]
- desaprender
- olvidar
ZWEEDS
gebruik [v]
- lägga bort
- göra kvitt
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- aflerend
- afgeleerd
Presens
- leer af
- leert af
- leert af
- leren af
- leren af
- leren af
Imperfect
- leerde af
- leerde af
- leerde af
- leerden af
- leerden af
- leerden af
Toekomende tijd I
- zal afleren
- zult afleren
- zal afleren
- zullen afleren
- zullen afleren
- zullen afleren
Conditionalis I
- zou afleren
- zou afleren
- zou afleren
- zouden afleren
- zouden afleren
- zouden afleren
Perfectum
- heb afgeleerd
- hebt afgeleerd
- heeft afgeleerd
- hebben afgeleerd
- hebben afgeleerd
- hebben afgeleerd
Voltooid verleden tijd
- had afgeleerd
- had afgeleerd
- had afgeleerd
- hadden afgeleerd
- hadden afgeleerd
- hadden afgeleerd
Toekomende tijd II
- zal afgeleerd hebben
- zult afgeleerd hebben
- zal afgeleerd hebben
- zullen afgeleerd hebben
- zullen afgeleerd hebben
- zullen afgeleerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgeleerd
- zou hebben afgeleerd
- zou hebben afgeleerd
- zouden hebben afgeleerd
- zouden hebben afgeleerd
- zouden hebben afgeleerd
Imperatief
- -
- leer af
- -
- -
- leert af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries